Ajax bouwt een brug tussen wetenschap en praktijk
Het is de 89ste minuut en het staat 0-0. De aanvaller van Ajax loopt recht op de keeper af en kiest een hoek uit. De aanloop is allesbeslissend voor het resultaat weet de spits die enkele dagen daarvoor geanalyseerd is door Vosse de Boode bewegingswetenschapper bij het adidas miCoach Performance Centre van AFC Ajax. Geen schuine aanloop maar recht op de bal af voor de perfecte balans en de meeste kans op een doelpunt. Zo geschiedde het: 1-0 en drie belangrijke punten. Hoe kan de wetenschap een bijdrage leveren aan succes in de praktijk?
Een rooskleurige opening maar in de hedendaagse sportwereld liggen wetenschap en praktijk nog mijlenver uit elkaar. Een afstand die moeilijk te overbruggen lijkt maar stapsgewijs steeds dichter naar elkaar toe groeit: “De onderzoeken van bewegingswetenschappen bieden zoveel bruikbare inzichten voor de sportwereld, maar de sporters zelf hebben vaak geen idee waar het van toegevoegde waarde kan zijn” aldus de Boode tijdens het vvbn Symposium.
AFC Ajax is in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam (als kenniscentrum) en adidas (Performance Center) de selectie gaan ondersteunen om praktijkvragen gericht te onderzoeken. Een natuurlijke omgeving is van belang en daarom vinden de onderzoeken overal plaats. Op de velden, in de kleedkamer en bij andere trainingsfaciliteiten. Vraagstukken waren: ontwikkel een screening die in kort tijdsbestek (10 minuten) kan aantonen of een talent uiteindelijk de top kan bereiken, een lampjesbord om de snelheid bij keepers te testen en aantonen of het gevoel (van de trainer) over bepaald voetenwerk ook daadwerkelijk klopt.
Analysetechnieken variëren van high-speed camera’s om het voetenwerk te analyseren tot 3D markers om de bewegingen van het lichaam in aanloop naar een schot te volgen en krachtplaten om de belasting te meten. Tot in details wordt het verloop geanalyseerd en waar nodig aangepast. Een keeper met klachten aan het dijbeen kan door video-analyse (en wetenschappelijk onderbouwd) het gewricht ontlasten zonder daar sportprestaties voor in te hoeven leveren. Het levert voor de Vrije Universiteit als kenniscentrum interessante onderzoeksresultaten op en voor de trainer een gerichte verbetering in de praktijk.
Het verschil tussen wetenschap en praktijk is groot en vraagt om een speciale aanpak. Vanuit de wetenschap wordt er gewerkt met een heldere, afgebakende onderzoeksvraag en in de praktijk bevat de vraag al een deel van de oplossing. Het onderzoek moet daarbij aansluiten op de praktijk, spelers hebben immers te maken met uitgestippelde trainingsschema’s. De resultaten moeten vervolgens oplossingsgericht en overzichtelijk gepresenteerd worden. Zo levert de wetenschap steeds vaker een gerichte bijdrage aan de ontwikkeling van (potentiële) sporters. Een bepaald gevoel wordt wetenschappelijk aangetoond of ontkracht. Spelers kunnen zich met gerichte aanpassingen verbeteren en zo het verschil tussen winst en verlies bepalen.
bron:Wijnand van der Waal; SPORTNEXT